Energietransitie – Reportage – Aardwarmte uit Bolsward
De Volkskrant JURRE VAN DEN BERG
Gemeenten lonken naar geothermie. Maar voor verwarming van huizen is het een complexe onderneming. Duidelijke normen ontbreken nog, zegt het Staatstoezicht op de Mijnen in een rapport dat vandaag verschijnt.
‘Weinig mensen weten het’, zegt Marc van Wingaarden, ‘maar hier in Friesland wonen we op een oude vulkaan.’ Dat klinkt bedreigend, maar volgens hem is het een kans. Boringen in het verleden hebben aangetoond dat op 2.700 meter diepte de temperatuur oploopt tot boven de 90 graden. Komt daar straks de warmte vandaan voor de 10 duizend inwoners van Bolsward?
Wel in het visioen van Van Wingaarden, een tandarts uit Amsterdam die is neergestreken in het Friese Exmorra. Hij is bestuurslid van de Stichting Ontwikkeling Geothermie Friesland (Stogef). Zonneweiden en windmolens in het landschap liggen zeker in Friesland uiterst gevoelig. ‘Nog meer windturbines willen we niet’, zegt Van Wingaarden. ‘Maar we presenteren wel een alternatief.’
Voor aardwarmte worden twee putten geboord met een diepte van zo’n 3 kilometer. Via de eerste wordt heet water omhoog gehaald, via de tweede vloeit het water afgekoeld terug in de aarde. In Nederland wordt de techniek vooralsnog vooral toegepast in de glastuinbouw.
Toch zien steeds meer gemeenten er een duurzame energiebron in voor woningen en gebouwen, vrij van aardgas. In Leeuwarden is net een proefboring gedaan. Instellingen als Achmea, Friesland College, ING en het Medisch Centrum Leeuwarden hebben zich al gemeld als warmte-afnemer. Ook in Almere, Haarlem, Delft, Ede en Zwolle lopen initiatieven.
Maar vlot en eenvoudig gaat het nog niet. Het geothermie-project Den Haag Leyweg, het eerste uitsluitend voor huizen, hoopt dit stookseizoen op gang te komen. De putten werden al in 2010 geboord. Het project ging in 2013 al eens failliet. Groningen blies in 2018 een groot aardwarmteproject af, nadat het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) waarschuwde dat het een te groot risico zou zijn om te boren in een gebied waar de ondergrond toch al onrustig is. Onlangs staakte Nieuwegein aardwarmteplannen. Bij omwonenden en in de lokale politiek was veel argwaan over de veiligheid en de kosten. Besluitvorming duurde daardoor langer dan gedacht, subsidies vervlogen.
Vanwege het Groningse aardbevingsdrama worden alle ondergrondse activiteiten met argusogen bekeken, zegt Hans Bolscher, voorzitter van Geothermie Nederland. Volgens de brancheorganisatie zouden uiteindelijk zo’n 2,5 miljoen huizen aardwarmte kunnen krijgen. Toch blijft de ontwikkeling achter bij vooruitzichten uit bijvoorbeeld het Masterplan Aardwarmte. ‘Er zitten tientallen projecten aan te komen. Maar dat zouden er honderden moeten zijn.’
Geothermie Nederland verwacht dat aardwarmte in de gebouwde omgeving pas rond 2030 grootschalig wordt toegepast. Voor huizen is de techniek behalve kansrijk ook complex. De grootste hobbel, zegt Bolscher: geothermie is relatief duur. Zeker in de beginfase, als nog niet alle warmte benut kan worden omdat een warmtenet nog uitgebreid moet worden en afnemers een aansluiting nodig hebben. Daarnaast verloopt het vergunningstraject traag.
Vier jaar eerder was het Staatstoezicht op de Mijnen nog kritisch over de geothermiesector. Die stond in de kinderschoenen. Risico’s waren onvoldoende in beeld. De branche kwam onder verscherpt toezicht.
In een evaluatie die vandaag verschijnt, is de toezichthouder gematigd positief over recente ontwikkelingen. ‘Aardwarmte kan veilig en dat moet ook’, zegt Robert Mout van het SodM. Grondwatervervuiling voorkomen is daarbij prioriteit. ‘Een kleine lekkage in een put kan tientallen jaren gevolgen hebben voor de drinkwaterwinning.’ Ook het ministerie laat steken vallen. Hoewel het SodM al in 2017 opriep snel specifieke regelgeving voor geothermie op te stellen, is dat nog steeds niet gebeurd. De sector heeft zelf een standaard voor putten ontworpen en het SodM heeft een eigen toezichtarrangement ingericht. ‘Maar voor zowel bedrijven en omwonenden als voor ons is het belangrijk dat de minister met duidelijke normen komt.’
De grootste potentie ziet Geothermie Nederland in stedelijk gebied. ‘Voor flats met centrale warmteafgifte zijn de aanpassingen miniem’, zegt voorzitter Bolscher. Maar flats zijn er in Bolsward amper en een warmtenet heeft de stad nog niet, net zoals veel andere Nederlandse plaatsen. Dat is wel cruciaal voor de distributie van de aardwarmte. Het net moet in handen komen van een gemeentelijk warmtebedrijf of een coöperatie.
Daartegenover staat dat binnenshuis de ingrepen – en daarmee de kosten – beperkt blijven. Met een kleine warmtewisselaar kunnen bestaande radiatoren in gebruik blijven. Hoogwaardig isoleren, zoals noodzakelijk bij een warmtepomp, is niet essentieel. Voor aansluiting op het warmtenet is 3.325 euro subsidie per woning beschikbaar. Het uitgangspunt: bewoners mogen niet duurder af zijn.
In het meest optimistische scenario stroomt dan eind 2025 de eerste aardwarmte de huizen in Bolsward binnen. De opsporingsvergunning is inmiddels aangevraagd. Volgend jaar wordt een boorlocatie gekozen. De gemeente Súdwest-Fryslân ondertekende een intentieverklaring en betaalt een haalbaarheidsonderzoek.
De gemeente juicht het initiatief vanuit de gemeenschap toe. Omdat draagvlak cruciaal is, wil Van Wingaarden en consorten inwoners meteen bij de plannen betrekken. Om te beginnen woensdagavond in de Martinikerk; het cultuurcentrum waar de informatieavond zou plaatsvinden, bleek wegens grote belangstelling te klein.
Een deceptie als in Nieuwegein kan alleen worden voorkomen met goede voorlichting, denkt branchevoorzitter Bolscher. ‘We kunnen het ons niet permitteren aardwarmte niet te benutten. Zoveel alternatieven hebben we niet.’